CURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN     CURSUSSEN VOOR KINDEREN     LEZINGEN     RONDLEIDINGEN     REIZEN     SCHOOLPROJECTEN     PUBLICATIES     ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK

 

 

Archeologisch

Onderzoek

Startpagina

 

Home     Nieuws     E-mail   

DE HERONTDEKKING VAN SIKAIT

Sikait werd in november 1817 herontdekt door de Fransman Frédéric Cailliaud (1787-1869). Calliaud was een goudsmid en mineraloog en hij was er, in dienst van Mohammed Ali, op uit gestuurd om de minerale rijkdom in het domein van de Pasja te onderzoeken.  De Ottomaanse onderkoning van Egypte had namelijk vernomen dat er in de oostelijke woestijn een paar zwavelmijnen lagen, waarvan hij vermoedde dat ze een mooie bron van inkomsten zouden kunnen vormen. Tot grote teleurstelling van de Pasja ontdekte Cailliaud echter al snel dat de mijnen vrijwel waren uitgeput. De tocht van de jonge Fransman zou dan ook niets hebben opgeleverd, ware het niet dat zijn belangstelling voor oudheden en zijn kennis van klassieke teksten hem deed besluiten het nabije Gebel Zabara te onderzoeken.

 

Hoewel Cailliaud wist dat deze regio door schrijvers in de oudheid werd aangeduid als een beroemde plaats waar smaragden werden gewonnen, was zijn verbazing groot toen hij, behalve enkele oude mijnen, uiteindelijk de ruïnes van Sikait ontdekte: “Overgebleven zijn ongeveer 500 huizen van ruw gehouwen steen; drie tempels zijn gedeeltelijk uit de rots gehakt en voor een deel uit steen opgebouwd. Groot was mijn verbazing om in de woestijn, op zo’n ver afgelegen plaats, een stad aan te treffen in zulk een goede staat. Het was hoogst aangenaam om van huis tot huis te slenteren, van kamer tot kamer.

 

Na zijn ontdekking bracht Cailliaud twee dagen door in Sikait en maakte notities en tekeningen van een aantal gebouwen op de site. Toch werden de mijnen, ondanks Caulliaud’s herontdekking, nooit heropend. De kosten waren te hoog en de omstandigheden waaronder de mijnen geëxploiteerd moesten worden te zwaar.